1.1. Art.1730 Burgerlijk Wetboek
§ 1. Elke partij kan eisen dat, op tegenspraak en voor gemeenschappelijke rekening, een omstandige plaatsbeschrijving wordt opgemaakt.
Deze plaatsbeschrijving wordt opgemaakt ofwel gedurende de tijd dat de plaatsen onbewoond zijn, ofwel gedurende de eerste maand van bewoning (wijziging als gevolg aan Wet van 25 april 2007 houdende diverse bepalingen IV).
Bereiken de partijen geen overeenstemming, dan wijst de vrederechter, bij wie de zaak aanhangig wordt gemaakt, met een verzoekschrift ingediend vóór het verstrijken van de termijn van één maand, een deskundige aan die de plaatsbeschrijving opmaakt.
Het vonnis is uitvoerbaar niettegenstaande verzet en is niet vatbaar voor hoger beroep.
§ 2. Indien in de gehuurde plaatsen belangrijke wijzigingen zijn aangebracht nadat de plaatsbeschrijving is opgemaakt, kan elke partij eisen dat op tegenspraak en voor gemeenschappelijke rekening een bijvoegsel bij de plaatsbeschrijving wordt opgemaakt.
Wordt geen overeenstemming bereikt, dan is de in § 1. voorgeschreven procedure van toepassing, behalve wat de termijn betreft.
§ 3. De contractuele bepalingen welke in strijd zijn met de §§ 1 en 2 zijn nietig.
§ 4. Dit artikel is niet van toepassing op de pacht.
1.2. Art.1731 Burgerlijk Wetboek
§ 1. Indien geen omstandige plaatsbeschrijving is opgemaakt, wordt vermoed dat de huurder het gehuurde goed ontvangen heeft in dezelfde staat als waarin het zich bevindt op het einde van de huurovereenkomst, behoudens tegenbewijs, dat door alle middelen kan worden geleverd.
§ 2. Indien tussen verhuurder en huurder een omstandige plaatsbeschrijving is opgemaakt, moet de huurder het goed teruggeven zoals hij het, volgens die beschrijving, ontvangen heeft, met uitzondering van hetgeen door ouderdom of overmacht is teniet gegaan of beschadigd.
1.3. Art.100 van de Wet van 25 april 2007 houdende diverse bepalingen IV ( B.S. 8 mei 2007, 3e uitgave) in werking getreden op 18 mei 2007
Art.100
Art.1730 § 1, eerste lid, Burgerlijk Wetboek, vervangen door de wet van 20 december 1983, wordt vervangen als volgt :
De partijen zijn verplicht een omstandige plaatsbeschrijving op te stellen, op tegenspraak en voor gezamenlijke rekening. Deze plaatsbeschrijving wordt opgesteld ofwel tijdens de periode dat de ruimtes onbewoond zijn, ofwel tijdens de eerste maand van bewoning. Hij wordt gevoegd bij de geschreven huurovereenkomst in de zin van Art.1 bis van boek III,titel VIII, hoofdstuk II, afdeling 2 en zal eveneens onderworpen zijn aan de registratie.
Artikelen :
http://www.expertschatter.be/referenties
http://www.expertschatter.be/hoeveel_is_mijn_huis_waard
http://www.expertschatter.be/plaatsbeschrijving-voor-aanvang-der-werken