De controleschatting
Wanneer u een huis koopt, betaalt u vanzelfsprekend registratierechten. Het kantoor van registratie heeft tot 2 jaar de tijd om na te gaan, indien zij akkoord gaan met de prijs die u betaalde. Zij baseren zich op de verkoopwaarde of de venale waarde* en niet op de verkoopprijs die u betaalt hebt. Hebt u volgens het registratiekantoor te weinig betaald, dan zult u bijkomende registratierechten moeten betalen (+ boete).
In de brief die u krijgt van het kantoor van registratie zal er gemeld worden over welke onroerende goederen het gaat, de waarde dat het bestuur geschat heeft en het aanvullende registratierecht en boete. Vervolgens beschikt u over 3 mogelijkheden.
1. U gaat hiermee akkoord
2. U gaat niet akkoord en u komt met de ontvanger overeen om één of drie deskundigen aan te duiden om de waarde van uw woning te schatten.
3. U gaat niet akkoord en komt ook niet overeen met de ontvanger om een deskundige aan te duiden. De ontvanger zal de rechtbank verzoeken één of drie deskundigen aan te stellen. Indien u niet akkoord met de keuze van de deskundige(n), dan kunt u deze binnen de 8 dagen na betekenis van de deskundige wraken. Daarna wordt er bij vonnis een nieuwe deskundige aangesteld.
De deskundige stelt de koper op de hoogte van het dag en uur dat hij langs komt. Binnen de 3 maanden maakt hij zijn schatting over aan de rechtbank. Zowel de ontvanger als de koper kunnen deze schatting betwisten door inleiding van een rechtsvordering binnen de termijn te rekenen van de betekening van het verslag.
De procedurekosten zijn voor de koper indien de schatting min. 1/8 hoger liggen dan de prijs die hij voor het onroerend goed betaalde. Opgelet : de fiscus baseert zich op de schatting van de beëdigd schatter. Wordt er minder geschat, dan is dit in het voordeel van de koper maar wordt er hoger geschat , dan zult u op dit hoger geschat bedrag de bijkomende rechten betalen.
Zie : artikel 189-200 van het wetboek der registratie-, hypotheek-en griffierechten.
* venale waarde of verkoopwaarde uit de hand is de waarde die ieder redelijk mens wil betalen voor een onroerend goed als het met (voldoende publiciteit) op de markt wordt aangeboden.